Het kabinet wil de kwaliteit van individuele gastouders in de kinderopvang verbeteren door verdergaande professionalisering. In het najaar van 2016 komt het kabinet met een integraal plan over gastouderschap waarin dit voorstel verder wordt uitgewerkt.
Dit staat in de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting ‘Kinderopvang’ van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Naast deze kwaliteitsverbetering van de gastouders kijkt het kabinet ook naar de arbeidsrechtelijke positie van gastouders. Zo wil het kabinet verkennen of op termijn de opvang door familieleden uitgezonderd moet worden van de wet kinderopvang en de kinderopvangtoeslag. Met de opvang door grootouders is naar verwachting structureel 75 miljoen euro gemoeid. Deze middelen zouden dan kunnen worden ingezet voor het versterken van de kwaliteit van de professionele gastouderschap.
De kwaliteit van de gastouderopvang is door wijzigingen in regelgeving en toezicht sinds 2010 op een minimumniveau gegarandeerd. Echter, Nederland zit met de kwaliteit en begeleiding van gastouders internationaal in de middenmoot. Ten aanzien van de begeleiding van gastouders ligt Nederland achter. Daarom komt het kabinet, in overleg met veldpartijen, met extra maatregelen om dit te verbeteren.
Uit de beleidsdoorlichting ‘Kinderopvang’ blijkt dat de kinderopvangtoeslag behoorlijk doelmatig is en vrij effectief de arbeidsparticipatie stimuleert. Mensen met lage inkomens maken in verhouding minder gebruik van de kinderopvang. Minister Asscher vindt het belangrijk dat iedereen gebruik kan maken van kinderopvang, zodat beide partners aan het werk kunnen. Daarom gaat het ministerie onderzoeken wat er precies aan de hand is.
Bron : Rijksoverheid