Het aantal 15- tot 75-jarigen met betaald werk is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 17 duizend per maand toegenomen. Dit waren er in juli bijna 8,8 miljoen, meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. Er zijn vooral meer 25-plussers aan het werk. Het aantal werkende jongeren is vrijwel gelijk gebleven. Bijna 4,2 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Onder hen waren 348 duizend mensen die aangaven recent naar werk te hebben gezocht en daarvoor ook direct beschikbaar te zijn. Zij zijn volgens de ILO-definitie werkloos. Gemiddeld nam hun aantal in de laatste drie maanden af met 2 duizend per maand. Hiermee daalde het percentage werklozen in de beroepsbevolking in juli naar 3,8.
De rest van de groep niet-werkenden, ruim 3,8 miljoen, bestond uit mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 11 duizend per maand afgenomen. UWV registreerde eind juli 279 duizend lopende WW-uitkeringen.
348 duizend werklozen volgens de ILO-definitie
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In juli waren er 348 duizend werklozen, dat komt neer op 3,8 procent van de beroepsbevolking. Daarmee is de werkloosheid nog wel hoger dan het laagste punt voor het begin van de crisis in de tweede helft van 2008. Toen was het werkloosheidspercentage namelijk 3,6.
UWV: Aantal WW-uitkeringen met bijna 9 duizend gedaald
Eind juli verstrekte UWV 279 duizend lopende WW-uitkeringen. Het aantal WW-uitkeringen daalde ten opzichte van vorige maand met bijna 9 duizend (-3,0 procent). In vergelijking met juli 2017 valt een afname van ruim 85 duizend uitkeringen (-23,3 procent) te noteren. In alle beroepsklassen is het aantal uitkeringen gedaald ten opzichte van een jaar geleden. De sterkste daling is zichtbaar bij de technische beroepen (-31,5 procent) en de transport en logistieke beroepen (-30,5 procent). Een persoon kan meerdere WW-uitkeringen ontvangen. Eind juli ontvingen 270 duizend personen één of meerdere WW-uitkeringen.
UWV: Sterke daling nieuwe uitkeringen in vergelijking met 2017
In de eerste zeven maanden van 2018 verstrekte UWV 198 duizend nieuwe WW-uitkeringen. Dat is een afname van 17,8 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In januari tot en met juli 2018 zijn er 248 duizend WW-uitkeringen beëindigd, een daling van 13,8 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2017.
Meer 25-plussers aan het werk
De toename van het aantal werkenden komt volledig voor rekening van 25- tot 75-jarigen. In de afgelopen drie maanden kwamen er elke maand gemiddeld 18 duizend werkende 25-plussers bij. Voor de 45- tot 75-jarigen gaat het om een stijgende trend die begin 2014 is ingezet. Bij 25- tot 45-jarigen neemt het aantal werkenden pas sinds begin dit jaar sterk toe, vooral bij vrouwen. De werkloosheid daalde de afgelopen drie maanden ook het sterkst in deze leeftijdsgroep. In juli was 2,6 procent van de beroepsbevolking van 25 tot 45 jaar werkloos, drie maanden eerder was dat nog 2,9 procent. Bij jongeren bleef het aantal werkenden de eerste helft van dit jaar vrijwel gelijk en nam het werkloosheidspercentage de laatste drie maanden zelfs licht toe van 6,9 naar 7,3.
Onbenut arbeidspotentieel
Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking. Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen volgens de ILO-indicator worden hiertoe nog andere groepen gerekend. Het gaat om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.
De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (april tot en met juni 2018), die eerder deze week zijn gepubliceerd. Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het tweede kwartaal uit ruim 1,1 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog bijna 1,4 miljoen. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid volgens de ILO-definitie.
Bron : CBS