AH 7662013Z20915 Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 12 december 2013)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013-2014, nr. 699
Vraag 1
Kent u het bericht “Pedo aan de slag op basisschool”? 1)
Antwoord vraag 1
Ja
Vraag 2
Komt het bij uw weten vaker voor dat personen die in een beroep gaan werken waarvoor een verklaring omtrent gedrag (VOG) verplicht is gesteld, al dan niet tijdelijk zonder die VOG toch dat beroep gaan uitoefenen? Zo ja, over welke informatie beschikt u hieromtrent?
Antwoord vraag 2
Het komt voor dat personen (tijdelijk) zonder VOG werkzaam zijn in een functie of beroep waarvoor een VOG verplicht is gesteld. Zo kunnen instellingen niet altijd aantonen dat een medewerker bij het begin van de aanstelling een VOG had. Binnen het onderwijs geldt dat iedere werknemer voor aanvang van de werkzaamheden een geldige VOG moet overleggen. Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur om hierop toe te zien en zorg te dragen voor goede documentatie van de VOG’s die bij de aanstelling zijn overlegd.
vraag 3
Deelt u de mening dat voor beroepen waarbij een VOG verplicht is, iemand niet in dat beroep werkzaam mag zijn voordat die VOG daadwerkelijk is afgegeven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 3
Ja, gelet op integriteitsrisico’s binnen bepaalde kwetsbare sectoren heeft de overheid in regelgeving vastgelegd voor welke beroepen een VOG verplicht is gesteld. Zo geldt in de kinderopvang, jeugdzorg en taxibranche een VOG verplichting. Daarnaast zijn onderwijsinstellingen verplicht vast te stellen dat medewerkers die met leerlingen in aanraking komen, beschikken
over een VOG. Met het verplicht stellen van de VOG beoogt de overheid te voorkomen dat personen met relevante antecedenten actief zijn binnen bepaalde kwetsbare sectoren of in specifieke functies. Uitgangspunt daarbij is dat met de werkzaamheden pas wordt begonnen nadat een VOG is overlegd. \
vraag 4
Wat zijn de gevolgen of sancties voor een organisatie die iemand zonder VOG laat werken terwijl die VOG verplicht is?
Antwoord vraag 4
Dit verschilt per sector. Taxiondernemers hebben een VOG nodig om een chauffeurskaart en een ondernemersvergunning te kunnen aanvragen. In de kinderopvang inspecteert de GGD of de wettelijk verplichte VOG aanwezig is. Wordt niet aan de kwaliteitseisen voldaan, dan treedt de gemeente op met bijvoorbeeld een waarschuwing of een boete. Voor onderwijsinstellingen ziet de Inspectie van het Onderwijs nauwlettend toe of aan de VOG-verplichting wordt voldaan. Als bij de controle over de jaarrekening blijkt dat een instelling niet beschikt over alle vereiste VOG’s, dan kan de uitbetaling van de rijksbijdrage gedeeltelijk worden opgeschort. De opschorting kan worden omgezet in een inhouding, wanneer de tekortkomingen niet hersteld worden.
vraag 5
Acht u het noodzakelijk organisaties waarvoor de verplichte VOG geldt er op aan te spreken dat zij die verplichting nakomen? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 5
Ik acht het van belang dat organisaties waarvoor de VOG-verplichting geldt, deze verplichting ook daadwerkelijk nakomen. Het is aan de bevoegde toezichthouders om desbetreffende organisaties hier op aan te spreken.
1)
http://www.telegraaf.nl/binnenland/22016172__Pedo_aan_de_slag_op_school__.html
Bron : Rijksoverheid