De arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen is in 2012 redelijk stabiel gebleven. Bij moeders met jonge kinderen (0-12 jaar) is sprake van een lichte stijging van 71.1% naar 71.5%. Binnen deze groep is de arbeidsparticipatie van alleenstaande moeders in 2012 gedaald, van 64,6% naar 63%. De arbeidsparticipatie van vaders ligt op een hoog niveau. In 2012 werkt 93,2% van de vaders met jonge kinderen.
Dit staat in een brief met cijfers over de kinderopvang in 2012 die minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het gemiddeld aantal gewerkte uren van moeders met jonge kinderen is gestegen. Het gemiddeld aantal gewerkte uren van deze groep was in 2006 nog 24,4 uur en is gestegen naar 26 uur in 2012. Het gemiddeld aantal gewerkte uren van vrouwen tussen de 15-64 jaar is redelijk constant.
Uit de cijfers in de brief blijkt verder dat het aantal kinderen dat in 2012 gebruik maakt van kinderopvang met 4% is gedaald. Ouders hebben vorig jaar 6% minder uren opvang afgenomen. Daarmee ligt het gebruik van kinderopvang in 2012 10% onder het niveau van het jaar daar voor.
Het aantal instellingen in 2012 is toegenomen in de dagopvang en redelijk constant gebleven in de bso. Het aantal gastouders is gedaald. De gemiddelde uurprijs is vorig jaar gestegen in de dagopvang en buitenschoolse opvang. Hierdoor ligt de gemiddelde uurprijs bij allebei boven de maximum uurprijs in 2012.