Artsen maken zich zorgen dat de komende jaren de ongelijkheid in de zorg voor kinderen toeneemt, zo bleek op de conferentie over kinderrechten en gezondheidszorg op 24 januari. Op de conferentie, georganiseerd door onder andere Defence for Children, bespraken meer dan zestig kinderartsen, jeugdartsen, vertrouwensartsen, kinder- en jeugdpsychiaters de recente ontwikkelingen in de zorg. 

 

Op de conferentie Kinderrechten en gezondheidszorg georganiseerd door Defence for Children samen met de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) en Artsen Jeugdgezondsheidzorg Nederland (AJN), bespraken meer dan zestig  kinderartsen, jeugdartsen, vertrouwensartsen, kinder- en jeugdpsychiaters de recente ontwikkelingen in de zorg, zoals de gevolgen van de aangekondigde bezuinigingen, de stelselherziening jeugdzorg en de plannen voor meer concentratie van zorg.

Recht op gezondheidszorg voor kinderen onder druk

De recente ontwikkelingen zetten het recht op toegang tot gezondheidszorg voor kinderen onder druk. Artsen hebben het VN-Kinderrechtenverdrag nodig om er voor te zorgen dat de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg voor kinderen in stand blijven. Veranderingen in de jeugdzorg en gezondheidszorg die zorgen voor een teruggang in de toegang en kwaliteit van zorg, zijn namelijk, zo stelde hoogleraar Gezondheidsrecht Aart Hendriks in zijn inleiding, met kinder- en mensenrechtelijke argumenten te bestrijden.

Jaap Doek, emeritus hoogleraar Jeugdrecht aan de VU Amsterdam, stelde dat er nog steeds veel gedaan moet worden om de dreigende ongelijkheid in de toegang tot zorg te voorkomen. Hij riep de aanwezige artsen op in dit proces zelf de “lead” te nemen. Artsen moeten elkaar opzoeken en samen met een plan komen waarin staat welke zorg in de gemeenten beschikbaar moet zijn.

Kortom, “Aan de slag!”

Bron :