Jongeren die willen beginnen met een mbo-opleiding moeten een beter beeld hebben van de kwaliteit van de opleiding, het arbeidsmarktperspectief en de inhoud en inrichting van het onderwijs. Mbo-scholen worden daarom wettelijk verplicht om vanaf augustus aankomend studenten goed te informeren. Afgelopen week ging de Eerste Kamer akkoord met een wetsvoorstel van minister Jet Bussemaker (Onderwijs) dat dit regelt. De kans wordt daarmee kleiner dat jongeren kiezen voor een opleiding die niet arbeidsmarktrelevant is. De nieuwe wet leidt daarnaast tot een betere spreiding van mbo-opleidingen en tot beroepsonderwijs dat beter aansluit op de vraag vanuit het bedrijfsleven. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt primair bij scholen en het (regionale) bedrijfsleven gelegd, de minister krijgt de bevoegdheid om, in het uiterste geval, in te grijpen als partijen hun verantwoordelijkheid niet nemen.
De aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt is in het mbo gemiddeld genomen goed. Ondanks de goede uitgangspositie zijn er nog teveel mbo-jongeren die een opleiding volgen waar weinig vraag naar is vanuit de arbeidsmarkt, waardoor zij risico lopen op werkloosheid. Het kabinet neemt met deze wet maatregelen om de aansluiting van het beroepsonderwijs op de regionale arbeidsmarkt verder te verbeteren, zodat de arbeidsmarktkansen voor jongeren verbeteren.
Een meer evenwichtige spreiding van het opleidingenaanbod maakt het in stand houden van vooral kostbare opleidingen beter mogelijk. Opleidingen hoeven hierdoor niet te verdwijnen en studenten houden de mogelijkheid de opleiding van hun voorkeur te volgen.
Een onafhankelijke adviescommissie onderwijs-arbeidsmarkt gaat toezien of mbo-opleidingen goed aansluiten op de regionale arbeidsmarkt.