Maximum-uurprijs 2019: mogelijk risico
Staatssecretaris Tamara van Ark bevestigde onlangs dat de maximum-uurprijs voor 2019 niet aangepast wordt. Dit blijft €8,02 voor de dagopvang, zoals zij in juni liet weten. Als gevolg van de IKK-maatregelen die ingaan per 1 januari 2019, zoals de aanscherping van de baby-bkr en de invoering van de pedagogisch beleidsmedewerker, maken kinderopvangorganisaties extra kosten. Als de uurtarieven van kinderopvangorganisaties met ingang van 1 januari a.s. hoger worden dan de maximum-uurprijs die vergoed wordt aan ouders, zouden ouders dit verschil netto moeten bijbetalen. Vandaar dat de BMK de Staatssecretaris vraagt de situatie goed te monitoren en budget achter de hand te houden als er onverwachte en ongewenste situaties ontstaan. Vooral ten aanzien van de verschillen in kosten tussen diverse organisaties – afhankelijk van onder meer de sociaal-economische situatie rond de locatie, de bevolkingssamenstelling en de samenstelling van het personeelsbestand – is er immers een risico. Ouders kunnen in bepaalde gevallen door grote verschillen in de extra kosten die aanbieders per 1 januari 2019 verwachten een hogere rekening verwachten.
Toeslagsysteem met differentiatie naar leeftijd voorkomt oneerlijke concurrentie
De BMK wijst op de oneerlijke concurrentie die kan ontstaan omdat op dit moment generieke uurtarieven worden gehanteerd voor de opvang van nul- tot vierjarigen. De opvang van nul- en éénjarigen is echter een stuk duurder is dan die van de peuteropvang. Dit brengt het risico met zich mee dat het voor aanbieders (en vooral de mogelijk nieuwe toetreders op de markt) op termijn lucratief wordt om alleen twee- en driejarigen op te vangen gezien de lagere kosten. Ook is een scenario denkbaar waarin scholen de groep van twee- en driejarigen opvangt. De BMK is voorstander van goede samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs, maar waarschuwt voor nieuwe opvang waar geen specifieke expertise van het jonge kind aanwezig is zoals die binnen de kinderopvang nu juist wel in sterke mate bestaat.
Sharon Gesthuizen (voorzitter BMK): “Je moet je bewust zijn van de mogelijkheid van zo’n worst case scenario, en rekening houden met de eventuele negatieve gevolgen ervan. Daarmee zouden immers lange wachtlijsten voor baby’s kunnen ontstaan door een tekort aan baby-opvangplaatsen, of dat de prijzen voor baby-opvang sterk gaan stijgen. Heel vervelend voor ouders natuurlijk! En wachtlijsten voor de baby-opvang vormen ook een stevige rem op onze economie en hebben een nadelig effect op de arbeidsparticipatie van met name vrouwen. Dat Nederland wat betreft de arbeidsparticipatie van vrouwen op Europees niveau slecht presteert, bleek onlangs weer bij de aanbieding van het rapport ‘Het potentieel pakken’ van McKinsey door Minister Van Engelshoven aan de Tweede Kamer. Nederland scoort in het onderzoek op belangrijke indicatoren het laagst van West-Europa.”
De BMK is dan ook voorstander van een toeslagsysteem gebaseerd op leeftijd, voor nul- tot vierjarigen. Gesthuizen: juist door de tarieven voor de verschillende leeftijden binnen de kinderdagopvang te differentiëren kan een oplossing kan zowel een oplossing gevonden worden voor het verdringingseffect en zou een gelijk speelveld creëren.
Bron : BMK