Het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang is de afgelopen negen maanden met vier procent gedaald. Het aantal ouders dat werkt is in dezelfde periode niet afgenomen.
Dit schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief over de ontwikkelingen in de kinderopvang aan de Tweede Kamer.
De cijfers gaan over de eerste drie kwartalen van 2012. In het eerste half jaar van 2012 was nog sprake van een daling van drie procent in het gebruik van kinderopvang. Ook het aantal uren opvang per kind daalde de afgelopen negen maanden zes procent ten opzichte van 2011.
Deze daling heeft nauwelijks gevolgen voor het aantal ouders dat werkt. Vorig jaar werkte 71,1 procent van de moeders met jonge kinderen (0-12 jaar); in de eerste drie kwartalen van 2012 was dit 71,2 procent. Voor vaders met jonge kinderen geldt dat over dezelfde periode een stijging van 0,2 procent zichtbaar is. In totaal werkt 93,6 procent van deze groep.
De oorzaak van de daling van het gebruik van kinderopvang is op dit moment nog niet duidelijk. Minister Asscher gaat uitzoeken of de daling van het gebruik van kinderopvang komt door de bezuinigingen of dat deze andere oorzaken heeft. Voor de zomer van 2013 zal hij de Tweede Kamer hier verder over informeren.
Minister Asscher laat de Tweede Kamer weten dat hij het belangrijk vind dat ouders in staat zijn te blijven werken. ‘Het is daarbij cruciaal dat kinderopvang van goede kwaliteit en financieel toegankelijk is. Ik zal daarom de ontwikkelingen in de kinderopvang en de arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen nauwkeurig blijven volgen’.
De bewindsman schrijft de kamer dat hij uitvoering zal geven aan de opdrachten uit het Regeerakkoord: de hervorming van de kindregelingen, de verbetering van de samenhang tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en het onderwijs, de verbetering van de veiligheid in de kinderopvang, versterking van de aandacht voor taalontwikkeling, de doorontwikkeling van het toezicht, versterking van de positie van ouders en een betere afstemming tussen de gebruikte uren kinderopvang en de betaalde uren kinderopvang. ‘Op elk van deze punten kunt u van mij de komende periode voorstellen verwachten’, aldus minister Asscher.