Op 20 augustus 2013, precies 30 jaar geleden werd Kerwin vermoord. Een vijftienjarige jongen. Kerwin werd daarmee in het hart van zijn kinderrechten geraakt: het recht op leven. Kerwin verloor niet zo maar toevallig het leven maar moest dood omdat hij anders was dan de moordenaar. Dit wordt op de Dam in Amsterdam herdacht, met onder andere het uitreiking van de Kerwin Award, die dit jaar gaat naar Defence for Children. Defence for Children is trots dat zij deze award krijg en voelt zich hierdoor gesterkt in haar werk voor het beschermen van de rechten van de meest kwetsbare kinderen in het land.
Speech van Aloys van Rest
Vandaag, precies 30 jaar geleden werd Kerwin vermoord. Een vijftienjarige jongen. Kerwin werd daarmee in het hart van zijn kinderrechten geraakt: het recht op leven. Kerwin verloor niet zo maar toevallig het leven maar moest dood omdat hij anders was dan de moordenaar.Niet wezenlijk anders, maar ze hadden ieder een andere kleur. En daarmee werd Kerwin’s tweede belangrijkste kinderrecht geschonden, na zijn recht op leven, namelijk het recht om niet gediscrimineerd te worden. Het recht van alle kinderen in het land om gelijk te behandeld te worden, beschermt niet alleen kinderen met een verschillende etnische grond maar ook kinderen met een verschillende verblijfsstatus: kinderen met en zonder papieren. Kinderen zonder papieren hebben dezelfde rechten als kinderen met papieren. Het klinkt in het Nederland van vandaag bijna als een droom. Het is juist daarom dat Defence for Children enorm trots is om de Kerwin Duinmeijer award te krijgen. Het sterkt ons in de strijd voor gelijke rechten van kinderen zonder papieren. Een strijd die op dit moment in buitengewoon onguur weer gevoerd moet worden.
Deze herdenking moet ons jaarlijks herinneren aan onze plicht om racisme en andere vormen van discriminatie tegen te gaan. Die belofte om daar ons sterk van te maken is al van veel eerder. Na de Tweede Wereldoorlog beloofden we het ook: dit nooit meer. In de aanloop van de Tweede Wereldoorlog toen joodse vluchtelingen naar uit Duitsland hun heil in Nederland zochten, was dat bepaald geen vanzelfssprekendheid. De Nederlandse regering ging niet zachtzinnig om met deze vluchtelingen.
Gerrit Jan van Heuven Goedhart, toen hoofdredacteur van het Utrechts nieuwsblad, schreef er op 30 december 1938, dus kort voor de 2e wereld oorlog, het volgende over:
De Nederlandse Regering laat momenteel de politie ‘ijverig’ zoeken naar onwettig over de grens gekomen Duitse joden, en indien er een paar gevonden worden, wacht hun het onmenselijkste lot dat voor hen uitgedacht kon worden: men zet hen, omdat onze ‘kampen’ vol zijn over de Duitse grens. Nederland doet precies als Duitsland: het jaagt de Joodse vluchtelingen (de ‘illegalen’ welteverstaan) als wild achterna en drijft ze de grens over.
Doodsnood was de enige drijfveer van de vluchtelingen, gesmaad en gehaat door het Duitse regime, geplunderd, gevlucht uit de hel van Dachau of een ander concentratiekamp kwamen zij hierheen. Waar zouden zij de ‘nodige papieren’ vandaan moeten halen?
Aanpakken is Van Heuven Goedhart blijven doen, in de oorlog als verzetsstrijder en als Minister van Justitie, na de oorlog als eerste VN-Commissaris voor de Vluchtelingen, UNHCR. Werk waarvoor hij in 1955 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Van Heuven Goedhart vond de overgang van het verzetswerk naar de strijd voor vluchtelingenbescherming na de oorlog een vanzelfsprekende.
Waarom vermoei ik u vandaag met de strijd van Van Heuven Goedhart van decennia geleden? Omdat we vandaag stilstaan bij onze belofte om een moord als die op Kerwin Duinmeijer nooit meer te laten gebeuren. Omdat in het werk van Defence for Children voor vluchtelingen en andere migranten de teksten van Van Heuven Goedhart akelig actueel zijn.
Ook vandaag jaagt Nederland op ‘illegalen’ die het gedurfd hebben om zonder ‘de nodige papieren’ het land binnen te komen. Met een akelig precies administratief systeem van controle en uitsluiting, de Koppelingswet geheten, verjaagt Nederland migranten zonder papieren naar de marges van de samenleving. Dat bestaan wil het kabinet nu ook nog gaan criminaliseren door het strafbaar te maken om in die marge van de samenleving te overleven. Dit idee is een mensenrechtelijk dieptepunt. Maar de uitsluiting van kinderen zonder papieren vindt plaats in alle hoeken van de samenleving. Zo werd onlangs een concept voor de nieuw Jeugdwet gepresenteerd. Daarin wordt geregeld dat de gemeenten jeugdzorg moet gaan verzorgen. We waren geschokt toen we lazen dat kinderen zonder papieren volgens de regering geen recht hebben op jeugdzorg. Een uitsluiting die we ongedaan moeten maken. Met uw hulp. Op 5 september is er een hoorzitting over in de Tweede Kamer en we hopen daar de Kamerleden de ogen te openen voor deze onaanvaardbare kinderrechtenschending: het recht van elk kind op de zorg die hij of zij nodig heeft. Met of zonder papieren.
Het werk van Defence for Children richt zich altijd op de rechten van de meest kwetsbare kinderen in het land.
Kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling. Wist u dat jaarlijks meer dan 100.000 kinderen slachtoffers zijn van kindermishandeling. En dat in onze ogenschijnlijk zo gelukkige samenleving?
Wij strijden tegen kindermisbruik (dat zelfs binnen de muren van jeugdzorginstellingen plaatsvindt). Wij strijden tegen kinderhandel, kinderuitbuiting zoals pornografie en kindersekstoerisme. We komen op voor kinderen met een beperking, maar ook voor kinderen die in aanraking met de politie zijn gekomen. Dus de minst populaire kinderen.
Wij werken vanuit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind dat door de Nederlandse regering in 1995 is geratificeerd, maar ook vanuit andere internationale mensenrechtenverdragen.
Het is misschien moeilijk om hier vandaag te zeggen maar Defence for Children zou zich in 1983, ook ingezet hebben voor de rechten van de 16-jarige moordenaar op Kerwin, Nico. Zijn recht op een eerlijk proces bijvoorbeeld, of zijn recht op menswaardige behandeling. Mensenrechten en kinderrechten zijn er namelijk niet alleen voor de mensen waar we van houden. Meestal juist niet. Alleen wie de mensenrechten van zijn ergste vijand verdedigt, mag zich een mensenrechtenactivist noemen.
In deze tijd van economische crisis, met migranten die als probleem worden ervaren en als zondebok worden nagewezen, mogen we niet zwijgen. Herdenkingen als deze vandaag zijn belangrijk om samen te blijven letten op uitsluitingsretoriek, ervoor te waarschuwen en ons ertegen te verzetten. Dat is onze opdracht voor vandaag. En voor morgen. Met de Kerwin Duinmeijer award en met uw steun, zal Defence for Children die opdracht blijven vervullen.
Aloys van Rest
20 augustus 2013
Bron :