Kinderpardon nodig voor kinderen die in de gemeenten zijn opgevangen
Dennis, de achtjarige jongen uit Oog in Al in Utrecht, heeft op 24 januari 2014 te horen gekregen dat hij in Nederland mag blijven. Dennis is in Zwolle geboren en kreeg geen kinderpardon-vergunning omdat hij niet voortdurend onder ‘rijkstoezicht’ is geweest, zoals het Kinderpardon vergt. Defence for Children is opgelucht dat de kinderrechten van Dennis nu zijn erkend en hoopt dat de staatssecretaris ook met een oplossing komt voor de 300 andere ‘gemeentekinderen’ die buiten het Kinderpardon dreigen te vallen.
Gemeentekinderen zijn ook rijkskinderen
Sinds de Tweede Kamer verkiezingen in 2012 is er een ruime Kamermeerderheid voor het Kinderpardon. De belangrijkste criteria om daarvoor in aanmerking te komen zijn dat het kind voor zijn 13e levensjaar in Nederland moet zijn gekomen, dat het kind of zijn ouders asiel hebben aangevraagd en dat zij onder toezicht van de Rijksoverheid zijn gebleven. Dit laatste criterium is funest voor kinderen die niet in de centrale opvang van het Rijk konden verblijven maar gewoon ergens in een stad of dorp woonden.
Defence for Children roept gemeenten op om er bij staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie op aan te dringen betrokken te worden bij de uitvoering van het Kinderpardon. Hoewel de gemeenten een belangrijke rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het Kinderpardon, zijn zij bij de uitvoering daarvan buiten spel gezet.
Steun van Kinderombudsman, UNICEF en VNG
Eerder riepen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Kinderombudsman en UNICEF Nederland al op om de rechten te erkennen van kinderen die wel bekend waren bij gemeenten maar niet steeds bij de Rijksoverheid. Defence for Children vindt het onacceptabel dat met het uitsluiten van de gemeentekinderen de geest van het Kinderpardon geweld wordt aangedaan. Het zou moeten gaan om kinderen die na langdurig verblijf in Nederland rechten opbouwen omdat ze geworteld zijn geraakt in de Nederlandse maatschappij.
Defence for Children leest daarnaast in de afwijzingen van het Kinderpardon bij kinderen die niet onder Rijkstoezicht verbleven dat de overheid dit motiveert met een verwijzing naar het aantal kinderen dat hun rechten zal laten gelden. De staatssecretaris had verwacht dat ongeveer 800 kinderen recht zouden hebben op een Kinderpardon. Tot nu toe is echter aan 630 kinderen een Kinderpardon verleend. De 300 gemeentekinderen zouden dus slechts een beperkte overschrijding van dit aantal betekenen. Bij de toepassing van kinderrechten passen echter geen quota.
Bron : !