Het Kinderrechtencollectief pleit voor een aparte jeugdparagraaf in het nieuwe regeerakkoord. Het beleid van het toekomstige kabinet is op alle burgers gericht maar dient bijzondere aandacht te geven aan degenen die bij de verkiezingen hun stem niet konden uitbrengen: de kinderen.
Het Kinderrechtencollectief stelt de volgende punten voor als minimale inbreng voor het regeerakkoord:
– Het VN-Kinderrechtenverdrag vormt de basis voor al het beleid dat kinderen treft.
– Nieuw beleid en nieuwe wetgeving worden getoetst aan het VN-Kinderrechtenverdrag en aan de vier basisprincipes: gelijkheid, belang van het kind, leven en ontwikkeling, en participatie.
– Er is een minister voor jeugd met een eigen begroting die verantwoordelijk is voor het jeugdbeleid.
– Kinderen en jongeren worden betrokken bij het opstellen en de uitvoering van het jeugdbeleid.
– De meest kwetsbare kinderen worden speciaal beschermd tegen de gevolgen van de financiële crisis en bezuinigingen.
– Nederland ratificeert het derde Protocol bij het VN-Kinderrechtenverdrag over de klachtenprocedure.
– Nederland ratificeert het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
De onderwerpen die opgenomen zijn in de volledige jeugdparagraaf zijn gebaseerd op de bevindingen en aanbevelingen van de rapportage ‘Kinderrechten in Nederland 2008-2012’ van het Kinderrechtencollectief, die in april 2012 aan de Tweede Kamer gepresenteerd werd.
Voorstel tekst Jeugdparagraaf:
Inleiding
In de komende regeerperiode vormen kinderrechten een integraal onderdeel van het Nederlands beleid. Het kabinet heeft een Minister voor Jeugd. De ambitie van het kabinet is om bij alle beslissingen die kinderen en jongeren raken, rekening te houden met de effecten die deze beslissingen op kinderen en jongeren hebben. Het kabinet baseert al het beleid dat kinderen raakt op het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind en toetst het daaraan. Het jeugdbeleid is gebaseerd op de erkenning van individuele en gelijke rechten van alle kinderen. Het kabinet betrekt kinderen en jongeren actief bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid dat op hen van invloed is. Bij het wegen van het belang van het kind wordt altijd ruimte ingebouwd voor de mening van het kind. Het kabinet stelt middelen beschikbaar voor scholing van professionals zodat allen die met kinderen werken toegerust zijn om met ieder kind, ongeacht de leeftijd en ontwikkelingsniveau, te communiceren, de mening van het kind te begrijpen en daarmee serieus om te gaan.
Het kabinet introduceert speciale regelingen om de gevolgen van de bezuinigingen voor kinderen te beperken.
Jeugdzorg
De gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor de gehele jeugdzorg en garanderen dat ieder kind dat dit nodig heeft, passende jeugdzorg krijgt. Het belang van het kind staat in de gehele jeugdzorg voorop en is een leidend beginsel. De rechtspositie en veiligheid van kinderen en jongeren in alle vormen van jeugdzorg worden goed gewaarborgd. Wachtlijsten in de jeugdzorg zijn onaanvaardbaar en zullen verder worden teruggedrongen. Als het uiteindelijk niet in het belang is van het kind om op te groeien bij zijn of haar eigen ouders, dan heeft plaatsing in een pleeggezin of gezinshuis de voorkeur. Er wordt actief gezocht naar alternatieven voor het plaatsen van jongeren in instellingen voor gesloten jeugdzorg. De landelijke overheid draagt de eindverantwoordelijkheid en zorgt voor ontwikkeling van landelijke kwaliteitsrichtlijnen en houdt toezicht op alle vormen van jeugdzorg.
Kindermishandeling
Kindermishandeling moet worden teruggedrongen: preventie van kindermishandeling krijgt prioriteit. Er is speciale aandacht voor kinderen met een extra risico op mishandeling. Alle professionals die met ouders en kinderen werken, beschikken over een actuele Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling en worden in het gebruik daarvan geschoold. Er is structurele aandacht voor kindermishandeling in de beroepsopleidingen. De landelijke overheid zorgt voor de landelijke financiering van en de inhoudelijke kaders voor multidisciplinaire teams kindermishandeling die in alle regio’s operationeel zullen zijn voor onderzoek na meldingen van vermoedens van kindermishandeling. Er is een landelijk dekkend gespecialiseerd zorgaanbod beschikbaar voor mishandelde kinderen en hun ouders, de juridische belemmeringen in de toegang tot zorg voor mishandelde kinderen worden opgeheven en de rechtspositie van minderjarige slachtoffers en getuigen wordt verbeterd.
Uitbuiting en mensenhandel
Handel in minderjarigen bestaat ook in Nederland en moet aangepakt worden. Er komt een Nationaal Actieplan met een begroting voor een integrale, gecoördineerde aanpak van seksueel geweld en uitbuiting van minderjarigen. Het kabinet stelt voldoende middelen beschikbaar voor gespecialiseerde opvang en hulpverlening voor kinderen die slachtoffer zijn van uitbuiting en mensenhandel, ongeacht hun verblijfstitel en ongeacht of er aangifte is gedaan. Voorlichtingscampagnes informeren over de gevaren van seksuele uitbuiting en mensenhandel in de echte wereld en online.
Jeugdstrafrecht
Het adolescentenstrafrecht is alleen van toepassing op jongeren vanaf achttien jaar. De maximale duur van zestien dagen en vijftien uur die kinderen en jongeren in een politiecel kunnen verblijven, wordt drastisch verkort tot drie dagen. Opsluiting wordt slechts als uiterste maatregel toegepast en er wordt verder geïnvesteerd om alternatieven voor detentie landelijk beschikbaar te maken. Programma’s voor herstelrecht worden doorontwikkeld en breed toegepast in alle fasen van het strafproces. Jongeren die in een justitiële inrichting hebben gezeten krijgen nazorg in de vorm van praktische en psychologische hulp. Ook als zij de instelling al voor langere tijd hebben verlaten behouden zij een aanspreekpunt waar zij hulp en advies kunnen vragen bij praktische of juridische problemen. Het recht op privacy van minderjarigen komt tot uiting in wet- en regelgeving, onder meer in wetgeving omtrent DNA en regelgeving omtrent de afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag.
Kindvriendelijk vreemdelingenbeleid
In alle fasen van het vreemdelingenbeleid is het belang van het kind de leidraad. Kinderen kunnen na vijf jaar verblijf aanspraak maken op een verblijfsvergunning op grond van hun worteling in Nederland. Gezinnen met kinderen verblijven niet in gezinslocaties of andere vrijheidsbeperkende locaties maar binnen de lokale gemeenschap of in een asielzoekerscentrum, zonder verhuizingen. Het kabinet kijkt naar en experimenteert met alternatieve vormen van opvang en stelt daarvoor voldoende middelen beschikbaar. Gezinshereniging van kinderen met hun (pleeg)ouders wordt vereenvoudigd. De grootschalige campussen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen worden gesloten en er wordt gezocht naar een aanvaardbaar alternatief. Bij alle beslissingen over alleenstaande minderjarige vreemdelingen en gezinnen met kinderen, in het bijzonder bij uitwijzing en terugkeer, vindt een individuele belangenafweging plaats. De (kinder)rechter bepaalt mede of het alleenstaande kind in het land van herkomst veilig opgevangen kan worden en terugkeer wordt gemonitord.
Onderwijs
Het onderwijs ondergaat grote veranderingen door de invoering van passend onderwijs. Er wordt geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering van docenten in het reguliere onderwijs, zodat meer kinderen die speciale zorg nodig hebben, op ‘gewone’ scholen terecht kunnen. De kennis die binnen het speciaal onderwijs opgebouwd is, wordt bij het reguliere onderwijs ingezet. Meer aandacht gaat uit naar kinderen met een beperking die op geen enkele school toegelaten worden. Er komen extra middelen vrij om schoolaanbod voor deze kinderen te verbeteren. Kinderen met achterstanden hebben recht op kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen waarin zij vanaf hun tweede jaar ontwikkelingsondersteuning en educatie krijgen. Deze ondersteuning sluit aan op de basisschool en loopt in de basisschool door. De achterstanden in het onderwijs worden krachtig en met inzet van voldoende middelen aangepakt om alle kinderen dezelfde startpositie en ontwikkelingskansen te geven.
Voldoende en veilige speelruimte
De participatierechten van kinderen rondom leefomgeving en naleving van het recht op vrije tijd en recreatie komen tot uitdrukking bij het inrichten in samenspraak met kinderen van schoolpleinen en buurten. Nederland maakt meer ruimte voor kinderen om veilig te spelen. Kinderen worden betrokken bij het creëren van spelplekken en speelnatuur, die ze veilig kunnen bereiken. De landelijke overheid zal de gemeenten bij de inrichting van leefomgeving voor kinderen financieel bijstaan.
Kinderrechten als integraal deel van mensenrechten- en buitenlandbeleid
Het VN-Kinderrechtenverdrag, waar Nederland aan gebonden is, is een cruciaal referentiekader voor het brede buitenlandbeleid van dit kabinet. Economische ontwikkeling en een veilige, rechtvaardige en duurzame wereld zijn niet te realiseren als niet nú geïnvesteerd wordt in kinderen en jongeren. In het kader van het buitenlandbeleid investeert het kabinet in de ontwikkeling van kwalitatief goede systemen voor onderwijs, kinderbescherming, sociale zekerheid en basisgezondheidszorg voor alle kinderen. Ook binnen humanitaire hulp staan deze thema’s centraal. In de context van fragiele staten en (post-) conflictsituaties zal Nederland kinderen en jongeren actief bij de wederopbouw betrekken (zoals vastgelegd in VN-resolutie 1612). Het kabinet ziet de belangrijke rol die het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland heeft en onderkent de impact die bedrijven daarmee direct of indirect hebben op de situatie van kinderen. Daarom stimuleert dit kabinet bedrijven om in hun productie- en consumptieketen kinderrechten te respecteren, ondersteunen en te bevorderen, waaronder het bestrijden van kinderarbeid.
Bron :