De koopkracht van de Nederlandse bevolking is in 2012 met 1 procent afgenomen. Ook in 2010 en 2011 was er sprake van koopkrachtverlies, maar toen bleef dit beperkt tot respectievelijk 0,5 en 0,8 procent. In de periode 1985-2012 verslechterde de koopkracht van de bevolking nog nooit zo sterk als vorig jaar.
Koopkrachtontwikkeling
Grootste koopkrachtverlies bij zelfstandigen
De economische crisis had in 2012 voor veel bevolkingsgroepen wederom een daling van de koopkracht tot gevolg. Bij werknemers bleef het koopkrachtverlies beperkt tot 0,4 procent. Zelfstandigen echter gingen er met een koopkrachtdaling van 2,7 procent fors op achteruit. Wel is bij deze groep de spreiding groot. Terwijl bij een tiende van de zelfstandigen de koopkracht in 2012 met ten minste 29 procent daalde, steeg deze bij een even grote groep met 28 procent of meer.
Ook uitkeringsontvangers leverden flink aan koopkracht in. De gepensioneerden onder hen zagen hun koopkracht in 2012 voor de derde keer op rij dalen, met 1,2 procent; de bijstandsontvangers gingen er 1,5 procent op achteruit.
Koopkrachtontwikkeling bij gelijkblijvende inkomensbron, 2012*
Bij 57 procent van de mensen daalde de koopkracht
Wanneer de koopkracht daalt, wil dat niet zeggen dat iedereen er op achteruit gaat. In 2012 kromp de koopkracht bij 57 procent van de bevolking, de rest kon zijn koopkracht handhaven of ging er zelfs op vooruit. Uitkeringsontvangers hadden met een aandeel van 65 procent het vaakst te maken met een verlies aan koopkracht. Bij deze groep stak dit aandeel ook in de jaren 2010 en 2011 duidelijk uit boven dat van werknemers en zelfstandigen.
Aandeel met koopkrachtdaling bij gelijkblijvende inkomensbron
Wim Bos en Linda Moonen
Bronnen Statlin:
- Dynamische koopkrachtontwikkeling
- Dynamische koopkrachtontwikkeling; overgangen van inkomensbron