Het middelbaar beroepsonderwijs moet sneller kunnen inspelen op trends en de veranderende arbeidsmarkt. Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) neemt daarom maatregelen om het mbo onderwijs flexibeler te maken, zodat scholen beter kunnen inspelen op wensen van het bedrijfsleven of op bijvoorbeeld ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Zo krijgen mbo-scholen meer ruimte om met regionale bedrijven en instellingen sneller een opleiding of leertraject samen te stellen. Ook krijgen de mbo-opleidingen een andere naam die beter recht doet aan waar toekomstige vakmensen voor worden opgeleid. Dat maakte minister Jet Bussemaker (Onderwijs) bekend.
βDe dynamiek op de arbeidsmarkt wordt steeds groter. We zien dat banen in een steeds sneller tempo opkomen, veranderen of verdwijnen. Natuurlijk blijven bakkers, loodgieters en metselaars komende jaren heel hard nodig, maar de wereld verandert. Ontwikkelingen op het gebied van ICT, robotisering en globalisering stellen nieuwe eisen aan werknemers en dus ook aan opleidingen. Zo leidt ons beroepsonderwijs ook glasvezel engineers op, of leestenmakers die bijvoorbeeld digitaal orthopedische schoenen op maat ontwerpen en tandtechnici die 3D geprinte tandprotheses maken. Komende jaren komen daar nieuwe beroepen bij die we op dit moment nog niet kennen,β aldus minister Bussemaker.
Sneller een nieuwe opleiding
Bussemaker wil dat in het mbo de komende jaren meer op regioniveau de vraag centraal komt te staan wat jongeren moeten leren, wat bedrijven en instellingen nodig hebben en welk onderwijsconcept daar het beste bij past. Bedrijven en scholen moeten dus nog nauwer met elkaar gaan samenwerken om sneller innovaties in het onderwijs te kunnen inpassen. Zo krijgen scholen van minister Bussemaker meer ruimte om samen met bedrijven uit hun regio een opleiding samen te stellen. Nu zijn de scholen nog veel tijd kwijt als ze een nieuwe opleiding willen introduceren. Dat moet volgens de bewindsvrouw echt sneller, zodat toekomstige vakmensen beter worden voorbereid op hun werkplek van morgen.
Bussemaker kondigde eerder al aan de harde richtlijnen bij de beroepsopleidende (bol) en beroepsbegeleidende (bbl) leerwegen in het middelbaar beroepsonderwijs flexibeler te willen maken. Scholen en bedrijven kunnen zelf afspraken maken over het combineren van opleidingen en samen bepalen op welke dagen studenten op school zitten en op welke dagen ze werken. Ze wil hiermee de kansen van jongeren op een baan vergroten.
Herkenbaar beroepsonderwijs
De verschillende niveaus in het mbo krijgen herkenbare namen, zodat het voor studenten, ouders en werkgevers duidelijker wordt waar de opleiding voor staat. Mbo-studenten kunnen straks kiezen voor een entreeopleiding (niveau 1), het basis beroepsonderwijs (niveau 2) of voor het middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 3 en 4).
Ook kunnen mbo-scholen met ingang van volgend jaar, net als in het hbo, lectoren aanstellen die lesgeven combineren met praktijkgericht onderzoek, zodat de kennis meteen beschikbaar komt voor het onderwijs.
Bron : Rijksoverheid