De Inspectie van het Onderwijs vernieuwt haar toezicht op de onderwijskwaliteit van scholen waardoor het zichtbaarder wordt waar de verbeterkansen van elke school liggen. Scholen worden vervolgens bij het verbeteren van hun onderwijskwaliteit gestimuleerd en wie er in slaagt de onderwijskwaliteit continue te verbeteren, wordt daarvoor beloond met de waardering ‘goed’ of ‘excellent’. Vanaf 2016 worden scholen die het vertrouwen van de inspectie dik hebben verdiend minder gecontroleerd. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker maken vandaag bekend hoe zij uitvoering geven aan de afspraken uit het Regeerakkoord.
Verdiend vertrouwen
Scholen die het vertrouwen van de Inspectie hebben verdiend door zich continue te verbeteren, krijgen vanaf 2016 minder intensieve controle. Bij deze goede scholen zal de Inspectie slechts eens in de zes jaar in plaats van eens in de vier jaar over de vloer komen. “Inspectietoezicht is er om scholen te helpen hun kwaliteit te verbeteren. Dat betekent dat de Inspectie maatwerk moet leveren: scholen die het goed doen merken minder van het toezicht; bij scholen waar het mis dreigt te gaan grijpt de Inspectie in. Belangrijke voorwaarde voor dit gedifferentieerde toezicht is dat leerlingen, leraren en schoolleiders er nauw bij betrokken zijn. Hun belangen moeten te allen tijde voorop staan”, aldus minister Bussemaker. Voor een aantal scholen met (zeer) hoge onderwijskwaliteit start komend schooljaar een proef met ‘Inspectieluw’ toezicht . De regie en verantwoording over de kwaliteitsverbetering wordt daar in hoge mate gevoerd door het schoolbestuur en leraren zelf.
Cultuur van continue verbeteren
Het onderwijs in Nederland is de afgelopen jaren verbeterd. In de afgelopen jaren hebben veel (zeer) zwakke scholen, met name in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs zich verbeterd. Op dit moment voldoen bijna alle basisscholen (97,8 %) en negen op de tien middelbare scholen aan de minimumeisen van de Inspectie. In het mbo wordt de opgaande lijn van betere diplomaresultaten en verder terugdringen van voortijdig schoolverlaten voortgezet. Tegelijkertijd zien we dat de scholen die aan de minimumeisen voldoen zich amper verder verbeteren. De Inspectie maakt in haar beoordeling nog geen verschil tussen scholen die met de hakken over de sloot een voldoende halen en scholen die het ‘goed’ doen of zelfs op een haar na ‘excellent’ zijn. De focus op de zwak presterende scholen stimuleert scholen volgens de bewindspersonen van OCW onvoldoende om zichzelf steeds verder te verbeteren. “Hoe stimulerend is het als je van de Inspectie hoort dat het onderwijs op jouw school ‘voldoende’ is? Volgens mij is het antwoord daarop: niet. Juist door helder te maken waar het beter kan, worden docenten, bestuurders en andere betrokkenen gemotiveerd om het nog beter te doen en kansen te verzilveren”, aldus Dekker. Om de verschillen in kwaliteit duidelijker te maken, worden de categorieën ’voldoende’, ‘goed’ en ‘excellent’ geïntroduceerd.
Bredere definitie van kwaliteit
Is het toezicht nu nog ‘risicogericht’, in de toekomst zal dat ‘kansengericht’ zijn. De Inspectie zal vanaf schooljaar 2016/2017 per school een kwaliteitsprofiel publiceren waarin zij aangeeft op welke punten de school het goed of minder goed doet, maar ook waar het verbeterpotentieel van de school ligt. Dit moet scholen maximaal stimuleren om de kansen die zij hebben om het onderwijs aan hun leerlingen nog beter te maken, om te zetten in acties. Het kwaliteitsprofiel geeft niet alleen inzicht in de resultaten van leerlingen op de leergebieden taal en rekenen. Daarnaast worden de sociale competenties van leerlingen, de veiligheid op school, de leergroei die leerlingen doormaken, de ambities van de school én het oordeel van leerlingen en ouders in kaart gebracht. Deze bredere kijk op kwaliteit en het gedifferentieerde oordeel van de Inspectie zal de komende jaren worden ontwikkeld waarbij wordt voortgebouwd op de gesprekken die de inspectie voert met schoolbesturen, leraren, ouders, leerlingen en andere experts.
Pilots
Om ervaring op te doen met het ontwikkelen van gedifferentieerde toezicht, de bredere kijk op onderwijskwaliteit, het bijhouden van leergroei en de uiteindelijke vormgeving van Inspectieluwe scholen, start vanaf 1 augustus een grootschalige pilotfase op basis- en middelbare scholen en in het speciaal onderwijs. Daarbij zal ook gebruik worden gemaakt van de kennis die is opgedaan in het Hoger Onderwijs, waar in 2012 al is gestart met verschillende kwaliteitsoordelen. De Inspectie zal aan de hand van de ervaringen met de pilots in het funderend onderwijs tevens onderzoeken of de nieuwe Inspectieoordelen ‘voldoende’, ‘goed’ en het predicaat ‘excellent’ ook kunnen worden toegepast in het middelbaar beroepsonderwijs, waar het toezicht sinds 2012 is gebaseerd op het adagium van verdiend vertrouwen.
De Inspectie zal ouders, leraren, bestuurders en andere belangstellenden informeren via haar website en haar nieuwsbrieven.
Bron : http://www.rijksoverheid.nlieuws/2014/03/28/nieuw-toezicht-inspectie-richt-zich-op-verbeterkansen-scholen.html