Sinds de invoering van de Wet DBA in 2016 is er niet alleen een toename van zzp’ers (freelancers) maar ook van schijnzelfstandigen. Schijnzelfstandigen zijn eigenlijk geen zzp’ers omdat deze niet voldoen aan een aantal eisen. Het zijn dus ook geen ondernemers voor de inkomstenbelasting en hebben dus ook geen recht op de fiscale voordelen die hierbij behoren. Dat de aanpak van de schijnzelfstandigheid in de kinderopvang in de maak was bleek al tijdens het debat van 16 november over de kinderopvang.
Het kabinet is voornemens wetgeving aan te passen en het grijze gebied in de wetgeving te verduidelijken, op basis van drie lijnen die uit recente rechterlijke uitspraken (Uber, Deliveroo) naar voren zijn gekomen.
Dat zijn ‘materieel gezag‘ (Krijgt iemand instructies en staat hun werk onder toezicht?), ‘organisatorische inbedding‘ (Maakt het werk deel uit van de kernactiviteiten van een bedrijf? Doet de opdrachtnemer in feite hetzelfde werk als een werknemer in de organisatie?) en ‘zelfstandig ondernemerschap binnen een arbeidsrelatie‘.
Bij het werk als pedagogisch medewerker/professional in de kinderopvang is dat “materieel gezag” en “organisatorische inbedding” altijd aanwezig, ook al wordt het op papier ontkend.
Dit bericht is afkomstig van Werkenbijkinderopvang.nl