Het aandeel vrouwen van 65 jaar en ouder met een aanvullend pensioen is tussen 2000 en 2012 flink toegenomen. Wel is dit aandeel nog steeds aanmerkelijk lager dan bij mannen. Ook ontvangen vrouwen gemiddeld de helft minder aan aanvullend pensioen dan mannen.
Steeds meer vrouwen met aanvullend pensioen
In 2000 had 50 procent van de vrouwen een aanvullend pensioen naast de AOW, in 2012 was dit gestegen tot 60 procent. Van de mannen ontving 92 procent in 2012 een aanvullend pensioen.
Vooral onder gehuwde of samenwonende vrouwen is het aandeel met een aanvullend pensioen betrekkelijk klein. De afgelopen 12 jaar is dit wel verdubbeld: van ruim 20 procent naar 40 procent.
Van de alleenstaande vrouwen ontving 82 procent in 2012 een aanvullend pensioen. Het gaat niet altijd om pensioen dat zij vroeger zelf hebben opgebouwd, vaak betreft het ook nabestaandenpensioen.
65-plussers met aanvullend pensioen
Jongere generaties vrouwen hebben vaker aanvullend pensioen
De stijging van het aandeel vrouwen met aanvullend pensioen komt doordat jongere generaties die in de AOW stromen, vaker een aanvullend pensioen hebben dan de oudere generaties. Dit hangt samen met de hogere arbeidsdeelname van de jongere generaties. Zo had van de 75- tot 80-jarige vrouwen met partner in 2012 slechts 28 procent een aanvullend pensioen, van de 10 jaar jongere generatie was dat 50 procent.
Aanvullend pensioen bij 65-plussers met partner naar leeftijd, 2012
Aanvullend pensioen van vrouwen stuk lager dan dat van mannen
Wanneer vrouwen een aanvullend pensioen hebben, is dat gemiddeld fors lager dan dat van mannen: 8 400 tegen 17 300 euro bruto in 2012.
Het verschil is het grootst onder 65-plussers met een partner. Bij deze groep is de kloof de afgelopen 12 jaar bovendien gegroeid. In 2000 bedroeg het aanvullend pensioen van vrouwen nog 38 procent van dat van de mannen, in 2012 was dat 34 procent.
Gemiddeld aanvullend pensioen bij 65-plussers, bruto per jaar
Wim Bos
Bron: Personen van 65 jaar en ouder met aanvullend pensioen (maatwerk)