De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het jaar 2013 de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. Deze vragen zijn hieronder afgedrukt.
Nr. | Vraag |
---|---|
1 | Hoe beoordeelt de regering de effectiviteit en de efficiëntie van de kinderopvangtoeslag als middel voor de overheid om de kinderopvang te financieren, dit met het oog op hoge kosten die de overheid maakt, de conjunctuurgevoeligheid en de problemen met het ramen van de uitgaven? |
2 | Is de regering van mening dat de wijze waarop de uurprijs nu wordt berekend, gebeurt aan de hand van de juiste indicatoren? Is de regering bereid te kijken naar alternatieve berekenwijzen? |
3 | Kan de regering reageren op de verschillende adviezen die de Rekenkamer geeft met betrekking tot de situatie dat zolang de uurprijs voor contracten met weinig uren (veel) hoger ligt dan die voor contracten met veel uren, ouders niet gestimuleerd worden te kiezen voor kleinere contracten? |
4 | Wanneer is de beleidsdoorlichting artikel 7 kinderopvang en specifiek de maximum uurprijs te verwachten? |
5 | Wat is de reactie van de regering op de aanbeveling om de pedagogische waarde van kinderopvang beter en vaker te monitoren? Op welke wijze gaat uitvoering gegeven worden aan deze aanbeveling? |
6 | Wanneer verschijnt het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over de oorzaken voor en de gevolgen van de daling van het gebruik van de kinderopvang? |
Bron : Rijksoverheid