Aan de orde zijn (dd 3 februari 2015 ) de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet versterking positie ouders kinderopvang en peuterspeelzalen,
te weten:
(Zie vergadering van 29 januari 2015.)
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Mevrouw Arib (PvdA):
Voorzitter. Ik wil even een punt rechtzetten en dat heeft betrekking op de motie op stuk nr. 13 van de heer Van Weyenberg en de heer Heerma. Mijn fractie wenst voor deze motie te hebben gestemd.
De voorzitter:
Het gaat over de motie op stuk nr. 13. Deze motie was verworpen. U krijgt een aantekening in de Handelingen, maar de motie blijft verworpen, want die conclusie was al getrokken.
Bron : Rijksoverheid