De Belastingdienst gaat vanaf 2013 de volledige toekenning van de kinderopvangtoeslag doen voor de gemeentelijke doelgroepen. Dat zijn mensen met een bijstandsuitkering die een traject naar werk volgen, inburgeraars, studenten en tienermoeders die gebruik maken van kinderopvang. De wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is onlangs in de Staatscourant gepubliceerd.
Deze wijziging betekent dat het Rijk de middelen zal uitnemen die vanaf 2005 in het gemeentefonds zijn gestort voor het uitkeren van de toeslagregeling, ca. € 40 miljoen, per 1 januari 2013. Naar verwachting wordt de uitname opgenomen in de septembercirculaire gemeentefonds.
Taken die blijven Gemeenten behouden ondanks de wijziging vanaf 2013 de volgende taken:
Het verplicht verstrekken van informatie aan de Belastingdienst over de doelgroepouders. Gemeenten moeten vier keer per jaar een bestand aan de Belastingdienst leveren waarin staat aangegeven welke mensen tot de gemeentelijke doelgroep behoren. De informatieuitwisseling vindt plaats via het Inlichtingenbureau.
Gemeenten moeten personen die in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag een verklaring afgeven.
Het uitkeren van de aanvullende compensatie van de eigen bijdrage voor doelgroepouders (KOA kopje). Gemeenten hebben, anders dan nu, de vrijheid om de compensatie al dan niet uit te keren en kunnen zelf de omvang daarvan bepalen. Er komt dus geen wettelijke compensatiepercentages meer. De middelen voor het KOA kopje, zo'n € 4,8 miljoen, blijven in het gemeentefonds.
En voor de volledigheid, de uitvoering van niet-wettelijke SMI regeling blijft ongewijzigd. Hiervoor zit ongeveer € 28 miljoen in het gemeentefonds.
Binnenkort ontvangen gemeenten een ledenbrief met een verdere toelichting op de consequenties van de wetswijziging.