VVE wordt in zowel kinderopvangorganisaties als peuterspeelzalen aangeboden. In 2012 heeft het kabinet met de grootste 37 gemeenten afgesproken dat elke VVE-medewerker aan een bepaald taalniveau zou moeten voldoen. Dit is voor zittende medewerkers een nieuwe eis, want het maakte tot nu toe geen deel uit van de opleiding.
Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat 37 procent van de medewerkers die de taaltoets deed, deze (deels) in eigen tijd moest maken. De bijscholing voor de toets vond zelfs in 55 procent van de gevallen plaats in (deels) eigen tijd. Maar liefst 39 procent moest de bijscholing volledig in eigen tijd doen. Volgens de cao’s waar de organisaties onder vallen, moet verplichte bij- en nascholing echter in tijd van de werkgever plaatsvinden. Overigens merken veel werknemers op dat ook wanneer zij de toets en bijscholing wel in werktijd konden doen, er geen vervanging was geregeld, waardoor zij in hetzelfde aantal uren extra taken erbij kregen. In veel gevallen ging het dus ten koste van het ‘gewone werk’: het op de groep staan.
Verder blijkt in veel gevallen dat er veel onbekendheid is over wat er precies van werknemers verwacht wordt, welke ondersteuning de werkgever geeft bij het halen van de taaleis en in welke tijd bijscholing en het maken van de toets zou moeten plaatsvinden. Ook wijst de enquête uit dat enkele werknemers die de taaltoets niet haalden, zijn ontslagen.
Veel werknemers geven aan dat ze best snappen dat er een bepaald taalniveau moet zijn om te werken binnen de VVE, maar dat de taaltoetsen te weinig zijn afgestemd op wat ze in de praktijk nodig hebben. Ook blijkt uit veel opmerkingen dat de werkdruk vanwege de bezuinigingen al erg hoog is en dat de taaltoets een extra belasting en stress geeft. Ook wordt vaak aangegeven dat kwaliteit niet alleen door taal wordt bepaald.
Standpunt Abvakabo FNV
Abvakabo FNV vindt dat werkgevers bijscholing en coaching van werknemers bij het behalen van de taaltoets moeten ondersteunen. Ontslag kan niet de uiterste consequentie zijn als iemand de taaltoets niet haalt. Herplaatsing binnen de organisatie is een optie die meer voor de hand ligt. Daarnaast moeten we kijken naar uitzonderingen voor bepaalde groepen werknemers, die hun werk al jarenlang goed doen, maar op dit ene onderdeel minder scoren. Voorheen was het geen onderdeel van de aanstellingseisen.
Ook vinden we dat de eventuele bijscholing en het maken van de toets zowel qua tijd als geld op rekening van de werkgever moet komen. In de cao staat dat verplichte toetsen en bijscholing in werktijd worden gedaan.
Abvakabo FNV wil in gesprek met de werkgeversverenigingen in de kinderopvang en welzijn & maatschappelijke dienstverlening. Het doel is om eenduidige afspraken te maken over het aantal herkansingsmogelijkheden, de inspanningen van de werkgever, de uiterste consequentie bij het niet behalen en de kansen voor huidige medewerkers op MBO-niveau om door te stromen naar een HBO-functie.
Achtergrond ‘Bestuursafspraken’ In 2012 zijn door het kabinet en de G37 (de grootste 37 gemeenten) ‘Bestuursafspraken’ gemaakt. Doel daarvan is het verhogen van de kwaliteit in de VVE door andere de inzet van meer HBO-ers, hogere taaleisen en extra scholing. Abvakabo FNV heeft destijds al haar vraagtekens gezet bij de maatregelen. Is de hogere taaleis wel realistisch? Uit de enquête blijkt dat bij maar liefst 54 procent van de respondenten voorbeelden hebben van collega’s geweest die de toets niet in één keer haalden.Abvakabo FNV heeft in de enquête ook nog gevraagd of werknemers zien dat MBO-ers worden verdrongen door de hogere inzet van HBO-ers: 14 procent ziet dit gebeuren, 34 procent weet het niet en de rest denkt dat dit niet het geval is. Klik hier voor meer informatie over de bestuursafspraken. |
Bron : http://www.abvakabofnv.nl/over-ons/nieuws/nieuwsoverzicht/2014/01/taaltoets-vve/