De Telegraaf maakt melding dat mevrouw Claire Martens van de VVD vragen gaat stellen aan het college. De strekking van het verhaal is dat “werken bijna niet loont’. Dit wordt geïllustreerd door 2 rekenvoorbeelden, het ene gezin in de bijstand, het andere gezin met een minimum inkomen.
Volgens haar berekening zou het verschil ongeveer € 25 per maand zijn.
Maar kloppen die berekeningen en het vergelijk wel? Niet echt….
Bij gezin 2 vergeet mevrouw Martens al om het vakantiegeld mee te rekenen. Dit scheelt in haar berekening al gauw netto € 220 per maand.
Gezin 1 heeft verder een kind van 4 jaar. Dit is dus de leeftijd van een BSO kind (schoolgaand en eventueel kinderopvang bij een buitenschoolse opvang). De kosten van de opvang zijn dan ergens in de € 800 – € 900 per maand.
Gezin 2 heeft, gezien de kosten van de kinderopvang, een kind jonger dan 4 jaar. Dit kind gaat dus dan naar een kinderdagverblijf. De kosten hiervan zijn vaak al factor 2 dan van een BSO. Mevrouw Martens rekent met een maandtarief van € 2166 waarvoor gezin 2 € 1614 kinderopvangtoeslag ontvangt. Blijkbaar gaat dit kind naar een duur kinderdagverblijf binnen de grachtengordel, want dit is een zeer fors tarief.
Er wordt ook maar voor 10 maanden kinderopvang afgenomen. Een raadsel echter waarom, blijkbaar heeft het gezin 2 heel veel vakantiedagen. De kinderopvangtoeslag wordt berekend op basis van het aantal uren, met een maximum van 230 uur per maand en het inkomen.
Ook de berekening van de kinderopvangtoeslag lijkt niet geheel te kloppen. Deze zal gebaseerd zijn op een onjuist berekend brutoloon. Ook wordt er meestal een heel jaar kinderopvang afgenomen. Beiden gaan overigens weer ten koste gaat van het netto inkomen van gezin 2.
Conclusie :
Werken moet inderdaad lonen, maar de berekeningen moeten ook kloppen. De VVD en Mevrouw Martens kunnen beter eerst zorgen voor een sluitende berekening en een correct vergelijk.
Het artikel in de Telegraaf treft u hier aan.