Die groei komt niet voor rekening van baanvinders van 45 tot 75 jaar die eerder niet werkzaam waren. Dat waren er bijna 150 duizend in 2018, minder dan het aantal baanvinders in de jongere leeftijdsgroepen. De toename van het aantal 45-plussers met werk heeft vooral te maken met de veranderende samenstelling van de groep 45- tot 75-jarigen. Degenen die 45 jaar worden zijn voor een groot deel werkzaam, degenen die 75 jaar worden niet. Daarmee groeit het aantal werkenden in deze leeftijdsgroep.
Weinig 45-plussers veranderen van baan
Het aantal werkende 45-plussers die van baan wisselen neemt wel toe, maar blijft ook laag ten opzichte van andere leeftijdsgroepen. Het gaat om degenen die veranderen van werkgever en om werknemers die zelfstandige worden, of andersom. Het aantal baanwisselaars van 45 tot 75 jaar was in 2018 wel toegenomen tot 212 duizend. Het gaat om 160 duizend 45-plussers die van werkgever wisselden, en 52 duizend die wisselden tussen werknemer en zelfstandige. Dat is in totaal 5,9 procent van de 45-plussers met betaald werk in zowel 2017 als 2018.
Bij 25- tot 45-jarigen komt dit baanwisselen ruim twee keer zo vaak voor. Dat jongeren vaker van baan wisselen dan ouderen is al jaren zo. Werkzame jongeren hadden het vaakst een nieuwe baan. Van de 15- tot 25-jarigen met werk in 2017 had 31,4 procent in 2018 een andere werkgever of wisselde tussen werknemer en zelfstandige.
Bijna 7 procent van de 45-plussers gewisseld van beroep
Dynamiek op de arbeidsmarkt kan ook worden afgemeten aan de hand van het percentage werkenden dat van beroep wisselt. Dat kan in een nieuwe baan, maar ook bij de huidige werkgever. In 2018 hadden ruim een miljoen mensen een ander beroep dan in 2017. Het aantal beroepswisselingen was daarmee lager dan in 2008. Hier werkt de lage mobiliteit van 45-plussers door. De groei van de werkzame beroepsbevolking komt immers vooral voor rekening van deze groep.
In 2018 waren er 245 duizend 45- tot 75-jarigen met een ander beroep dan het jaar ervoor. Daarmee is bijna 7 procent van de 45-plussers van beroep gewisseld. Dat percentage is vergelijkbaar met 2008. In 2014 was dit aandeel met 5,4 procent op zijn laagst. Bij gunstige economische perspectieven wisselen meer mensen van beroep.
Jongeren doen dit het vaakst. Van elke drie 15- tot 25-jarigen had er een in 2018 een ander beroep dan het jaar ervoor. Daarmee zijn jongeren vaker van beroep gewisseld dan in 2008. Hiertussen bevinden zich ook scholieren en studenten, die vaak een flexibele arbeidsrelatie hebben, maar ook schoolverlaters die vanuit een bijbaan overstappen.
Werkzame 25- tot 45-jarigen wisselden ongeveer twee keer zo vaak van beroep dan 45-plussers. Van hen had 13,5 procent een ander beroep in 2018.
Bron : CBS
[TheChamp-FB-Comments]